Voertuig

De opleidingen met 3 uur praktijk achter het stuur worden uitgevoerd met het voertuig van de klant, tenzij anders overeengekomen. Wanneer voor de opleiding een trekker wordt gebruikt, moet er een oplegger aan gekoppeld zijn.

Het gebruikte voertuig (incl. de sleep in voorkomend geval) moet technisch en administratief in orde zijn. Het nazien van het voertuig maakt integraal deel uit van de opleiding omdat dit een voorwaarde is voor defensief rijden. Als leidraad wordt hiervoor de checklist voertuig gebruikt. Deelnemer en docent ondertekenen deze gezamenlijk na nazicht van het voertuig.

Cabine

Het voertuig moet beschikken over twee volwaardige zitplaatsen. Eén voor de bestuurder en één voor de docent. Beide zitplaatsen moeten over correct werkende veiligheidsgordels beschikken. Het gebruik van tractoren voor deze opleiding wordt door de overheid niet toegestaan.

Technisch

De docent gaat samen met de deelnemer na of het voertuig in orde is. De controle omvat volgende punten

  • Lichten
  • Richtingaanwijzers
  • Geluidstoestel
  • Parkeerrem
  • Spiegels
  • Koetswerk
  • Banden
  • Lading
  • Tachograaf

Administratief

De docent gaat na of volgende documenten aanwezig zijn en waar van toepassing, of deze nog geldig zijn.

  • Verzekeringsbewijs
  • Keuringsbewijs (inclusief technische fiche of identificatierapport)
  • Kentekenbewijs

Lading

Bij voorkeur wordt de opleiding uitgevoerd met een geladen voertuig. Indien het voertuig geladen is, dient het minstens voor de helft geladen te zijn. De lading dient op een correcte manier gezekerd te zijn. Het voertuig mag tijdens de opleiding niet onder de ADR reglementering vallen, noch mag de lading bestaan uit levend vee.

Opschortende vaststellingen

Het praktijkgedeelte kan niet aangevat worden:

  • Het voertuig vertoont gebreken waardoor de veiligheid op de weg acuut in gevaar wordt gebracht.
  • Het voertuig is niet verzekerd.
  • Het voertuig heeft geen geldig keuringsbewijs.

Wanneer het praktijkgedeelte niet kan aangevat worden, dient de deelnemer zich in te schrijven voor een nieuwe opleiding en blijft de kost van de huidige opleiding verschuldigd.

Deelnemer

De deelnemer moet administratief en fysisch in orde zijn om het praktijkgedeelte te mogen aanvatten. Als leidraad wordt hiervoor de checklist deelnemer gebruikt. Deelnemer en docent ondertekenen deze gezamenlijk na nazicht van het voertuig.

Fysisch

De docent gaat na of de deelnemer in staat is om de opleiding aan te vatten. De deelnemer ondertekent een verklaring met betrekking tot:

  • Beperkingen / ziektes
  • Medicatie
  • Alcohol / drugs

Administratief

De docent gaat na of volgende documenten aanwezig zijn en waar van toepassing, of deze nog geldig zijn.

  • Rijbewijs: Geldigheidsdatum algemeen en vervaldatum medische schifting
  • Identiteitskaart
  • Bestuurderskaart

Opschortende vaststellingen

Het praktijkgedeelte kan niet aangevat worden:

  • De deelnemer vertoont tekenen van intoxicatie / dronkenschap.
  • De deelnemer neemt medicatie die van invloed is op het besturen van een voertuig.
  • De deelnemer is niet in staat om alle handelingen uit te voeren om het voertuig onder controle te houden.
  • Het rijbewijs is vervallen (medische schifting, geldigheidsdatum algemeen)

Wanneer het praktijkgedeelte niet kan aangevat worden, dient de deelnemer zich in te schrijven voor een nieuwe opleiding en blijft de kost van de huidige opleiding verschuldigd.

EG VERORDENING 561/2006

De opleiding mag niet gecombineerd worden met andere activiteiten (zoals laden, lossen, voertuigen of documenten afhalen, enz). Er gelden specifieke regels voor het gebruik van de tachograaf. Deze staan beschreven in het document dat kan gedownload worden onderaan deze pagina. Op het einde van de opleiding wordt bij digitale tachografen een printout gemaakt of wordt bij een analoge tachograaf een kopie van de schijf gemaakt. Er dient afdrukpapier of een tachograafschijf in het voertuig aanwezig te zijn. Op het einde van de rit dient er 3 uren rijden geregistreerd te zijn.

Respect / Rijgedrag

  • Respect vormt de basis van het samenzijn tijdens een opleiding. Om van de opleiding een aangename ervaring te maken, vragen wij respect voor de collega-cursisten, de docenten en de medewerkers van het opleidingscentrum. Vrijheid van meningsuiting geeft ons niet het recht om een ander bewust te beledigen. Wij zullen geen enkele vorm van racisme of discriminatie tolereren.
  • Als de deelnemer tijdens het praktijkgedeelte, gevaarlijk of agressief rijgedrag vertoont, kan de opleiding door de docent worden beëindigd. Het  behoort tot de vrijheid van de docent om het rijgedrag te beoordelen. Wanneer de opleiding vroegtijdig wordt stopgezet, wordt niet voldaan aan de voorwaarden van de opleiding en kan geen getuigschrift afgeleverd worden. Bij het vroegtijdig stoppen van een opleiding  (door de docent of door de deelnemer), blijft de opleidingskost verschuldigd, samen met een eventuele schadevergoeding voor de repatriëring van de docent.

Terug naar overzicht praktische informatie

Document downloaden